Wanneer ben je Superwoman?

21-04-2012 23:51

De dagelijkse routineklussen zijn weer vlekkeloos geklaard en met een zelfvoldane  blik in mijn ogen wandel ik na zowat half Schiedam leeggekocht te hebben richting huis. De magische lichaamsgeuren van mijn kids, vooral op de dikke handpalmen en onder de warme voetjes,  maar ook de grote heerlijke armen van mijn grote Turk wachten namelijk op mij. Onderweg loop ik langs een drukke zaal waarin mensen  aandachtig  in de weer zijn met lichtbruine bouwblokjes en onsamenhangende schilderwerken. Een zacht maar zelfverzekerde stem vraagt mij of ik niet naar binnen wil gaan. Het is een jongedame, ik schat vroeg in de dertig en waarschijnlijk van Turkse komaf,  met zwarte haren , een vermoeid gezicht en verder onopvallende gelaatstrekken. Op mijn vraag over waarom deze opgewekte zielen elkaar hier hebben opgezocht  kan ze, tot mijn verbazing,  niet echt iets zinnigs verzinnen. Een Hollandse signorina die intussen behendig haar fiets stalt schiet haar te hulp en legt mij enthousiast uit dat deze viering de lancering van twee websites voor creatieve geesten inluidt. Als ook zij mij inviteert om even de sfeer te proeven geef ik aan dat mijn baby van vier maanden de prioriteit geniet. Op het moment dat ik door wil lopen hoor ik de volgende  humiliërende woorden jegens alle fulltime moeders diep in mijn oren galmen: ‘’Je moet (lees: mag!!!) niet alleen moeder zijn!!!’’…..aldus mijn zoetgevooisde landgenote…

Overrompeld door de denigrerende  aanname dat full-time moeders  slechts ondergesneeuwde , duffe, geïsoleerde aardbewoners zouden  zijn sta ik plotsklaps middenin een dilemma. Een volkomen onbekend vrouwtje met een erbarmelijk slecht inschattingsvermogen tikt mij even halvelings op mijn vingers en in een vlaag van perplexiteit mompel ik ‘’dat ben ik niet, niet alleen maar..’’. Naar aanleiding van de logischerwijs opgeworpen vervolgvraag vertel ik dan ook nog dat ik voor de klas sta. Vrijwel onmiddellijk heb ik echter spijt en om de daarnet verwezenlijkte  blunder recht te breien loop ik even mee naar binnen.  Los van het feit dat ík  niet opgewassen tegen een nobele karwei als 24/7 aansprakelijkheid-dragen-voor- indoor- missies , heb ik wel mieters veel bewondering voor mensen die hier wel de nodige kracht en berusting voor hebben….en dat moet gezegd worden.

Eenmaal binnen op de gang word ik de eerste 5 minuten  geupload met data over haar bijdrages aan cultureel maatschappelijke projecten en haar algehele lichaam schreeuwt dat ze aanzienlijk onder de indruk is van haar bijzondere werkzaamheden . Zo is ze bijvoorbeeld van mening dat het buitengewoon  teleurstellend is dat de leidinggevenden op de scheepvaartschool  waar ik ben aangesteld het hebben kunnen nalaten om mij en de rest van de  wereld te informeren over haar project aangaande de presentatie van de begraafplaats van de eerste Turkse ambassadeur… tevens een zeeman!

Uit beleefdheid bespaar ik haar de destructieve informatie  dat de instelling waar ik werk eigenlijk een miljoenenconcern is en wellicht andere agendapunten heeft dan een in vergetelheid geraakte grafkelder. In plaats daarvan geef ik aan dat ik misschien wel kom naar haar andere, tussen neus en lippen door uit de doeken gedane,  sociaal maatschappelijk verantwoorde expeditie over de drank/ zuip-cultuur in Turkije. Althans, ik zou er heen kunnen gaan omdat ik niet alleen máár malief ben.  In eén adem deel ik ook mee dat ik het trouwens ontzagwekkend vind om te zien hoe sommige edelmoedige vrouwen die master studies afgerond en toploopbanen  opgebouwd hebben dat wél zijn.  Met een opgetrokken linker wenkbrauw , een bloedserieus gezicht, grote kijkers en zonder een moment oogcontact te verliezen fluister ik nog even door  dat niet iedereen daartoe in staat is en dat ze een dergelijke opgave zeker niet moet bagatelliseren. De ontvanger van mijn boodschap heeft duidelijk mijn insteek begrepen na elkaars namen en mailadressen genoteerd te hebben nemen we op een geciviliseerde, aardige manier afscheid van elkaar.

Onderweg naar mijn gezin  staan al mijn filosofische en sociologische radars op scherp en denk ik hardop na.  Zoals alle ouders  bij hun volle verstand  word ook ik half high door de delicieuze adem van mijn pasgeborene en  geen enkele vorm van therapie werkt zo helend als het gesabbel van een gebitloze baby aan mijn neus. Ook voor mij is het oogverblindend als mijn dochter  sporadisch kinderlipglos opdoet en niemand anders dan mijn zoontje van twee kan zo onvoorwaardelijk verliefd , charmant en aanlokkelijk staren.  Maar naast deze hemelse geschenken, die je op de koop toe krijgt als je eenmaal begint met baren, weet ik ook dat deze minimensjes totaal afhankelijk van mij en mijn wederhelft zijn. Je hebt niet alleen de vruchten maar ook de plichten. Niet alleen qua eten,  drinken, kleertjes wassen of  levensbeschouwelijke vorming  aanleren, maar ook als het gaat om ruzie maken met doktersassistenten die van mening zijn dat een afspraak niet noodzakelijk is of tijdelijk stoppen met de nachtrust als een van de drie koorts heeft. Persoonlijk vind ik dan de  balans in ook buitenshuis mezelf verantwoordelijk maken voor zaken die niets met Zwitsal doekjes of matrasbeschermers te maken hebben.

Dus het antwoord op de vraag waarom ik een (al is het part time) dienstverband heb , zo nu dan met vriendinnen een avondje weg ben en wekelijks uren vrijmaak om stukken te schrijven weet ik  al. Ik houd van geld, mijn vak en sociale contacten. Maar dit geeft mij en andere soortgelijke nummers toch niet de oneindige wijsheid om te beslissen dat een dergelijk systeem dan maar voor iedereen moet gelden.

In mijn geval geldt dat  fysiek altijd in de buurt van mijn kroost zijn niet per definitie gelijk staat aan quality time. Die paar jaar dat ik thuis zat deed ik meer aan schoonmaken en huiselijke regels opstellen dan grenzeloos spelletjes spelen met mijn koters. Daar ben ik nu, nu ik werk en de tijd met mijn schatjes meer waardeer en effectiever spendeer, veel beter in . Maar dat ben ik. Als mijn buurvrouw  non-stop pedagogisch verantwoord kan reageren op  de onvoorspelbare moeilijkheden die kinderen met zich kunnen meebrengen dan maakt dát haar toch tot wie ze is en wil zijn. Wie ben ik dan om haar zo even op de hoek van een straat te gebieden dat ze dat niet moet willen en vooral met mij mee moet doen als ze een leuk leventje wil leiden.

Hoe is het toch zo ver gekomen dat sommige mensen zich zoveel arrogantie hebben toegeëigend dat zij wildvreemden kunnen voorschrijven hoe ze hun bestaan moeten inrichten….Denken de afzenders  van dit soort geboden werkelijk  zij de enigen zijn die de noodzakelijke bevattingsvermogen in huis hebben om een degelijk bestaan te leiden?